Een 10 voor het roodborstje
Tijdens mijn middelbare schooltijd op het Heldring College aan de Veldstraat in Zetten was meneer De Beaufort mijn biologieleraar. Hij woonde toen met andere leraren in de Bethelstraat (het ‘lerarenstraatje’) in het Betuwse dorp. Ik meen mij te herinneren dat hij onder leerlingen ook wel de rode jonkheer werd genoemd vanwege zijn haarkleur en mogelijk ook zijn politieke voorkeur.
Hoe dan ook, meneer De Beaufort wist als geen ander hoe hij zijn leerlingen de interesse voor de natuur -of het nou ging om vogels, bomen of planten- kon bijbrengen. Regelmatig nam hij zijn leerlingen mee naar buiten, de natuur in en liet hen kijken, voelen, ruiken en luisteren, en gaf daarbij zijn deskundige uitleg. Biologie in de praktijk! Welke school doet dat nog tegenwoordig?
Ooit had hij tijdens een biologieles in één van de houten noodlokalen naast het hoofdgebouw, een voormalig groot herenhuis, de opmerking gemaakt dat als één van zijn leerlingen een roodborstje naar school zou brengen hij of zij het cijfer 10 van hem kon krijgen. Iedereen dacht bij deze haast onmogelijke opgave meteen aan een vogel, maar ik wist dat een roodborstje ook een mannetje stekelbaars kon zijn. Een driedoornige stekelbaars, om precies te zijn. Die krijgt namelijk in de paaitijd een felrode buik. Vandaar de naam ‘roodborstje’.
Na zijn oproep ging ik, gewapend met een schepnet, op jacht in de Heelsumse Beek vlakbij mijn ouderlijk huis waar ik vaak genoeg stekelbaarzen had zien zwemmen. En al gauw ving ik met wat geluk zo’n roodborstje.
Op de dag van de eerstvolgende biologieles ging ik naar school met het visje in een met water gevulde weckfles om meneer De Beaufort mijn vangst te laten zien en daarmee een mooi cijfer bij hem te scoren. Ik zag direct de verbazing op zijn gezicht, toen ik hem confronteerde met dit roodborstje. Aanvankelijk wilde hij mij geen 10 geven, omdat wat ik hem liet zien overduidelijk geen vogel was. Toen ik hem eraan herinnerde dat hij bij de opdracht niet had gezegd dat het een vogel moest zijn, kreeg ik uiteindelijk van hem die 10. Maar dat werd wel met potlood en niet met pen bijgeschreven in zijn boekje, waarin hij de cijfers van proefwerken of mondelinge overhoringen van zijn leerlingen bijhield. Daar was ik toch wel een beetje teleurgesteld over, omdat het cijfer minder waard was, wat hij ook toegaf. ‘Echte’ cijfers werden namelijk door hem met een vulpen opgeschreven. Ik liet het toen maar zitten in de wetenschap dat dit mooie cijfer -ook al was het minder waard- toch zou meetellen voor mijn rapportcijfer voor biologie.
Ik heb meneer De Beaufort enkele jaren geleden -hij was toen hoogbejaard- deze kleine anekdote tijdens een schoolreünie in Zetten nog eens verteld, en hem gelijk ook nog bedankt voor zijn pakkende manier van praktijkgericht lesgeven. Ik kan wel stellen dat mijn belangstelling voor de natuur voor een groot deel aan hem te danken is.
Ludo de Beaufort -hij moet nu 92 jaar zijn- is, zo blijkt uit informatie op het internet, een veelzijdig en sociaal bewogen mens. Dat valt onder meer op te maken uit zijn herinneringen aan de Vluchtheuvelkerk in Zetten op de website van de Vluchtheuvelgemeente. En in 2021 mocht hij tot zijn grote verrassing in het Lonapark in zijn woonplaats Loenen een parkbank, die naar hem vernoemd is, onthullen. Dit toen ter gelegenheid van zijn 90e verjaardag en als dank voor zijn inzet voor de medemens. Fijn en bijzonder om zo iemand als leraar te hebben gehad!
Arnold C.F. van Rhijn ©2023